PERSBERICHT | ‘Levensbeschouwing is onderdeel van wie je bent en wat je doet’
Gepubliceerd op 2023-07-06
De RMU reageert op de Kamerbrief 'Grenzen stellen, ruimte laten' bij artikel 23
Minister Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, reageert in zijn brief aan de Kamer op het advies van de Onderwijsraad met de titel ‘Grenzen stellen, ruimte laten’. In dit advies wordt onder meer ingegaan op de grenzen aan artikel 23 en hoe die grenzen precies gesteld moeten worden. Een cruciaal begrip daarin voor de minister is de burgerschapsopdracht. Alhoewel de RMU het goed vindt dat er geen extra regels komen om artikel 23 aan banden te leggen, beziet de christelijke vakorganisatie de voorgestelde begrenzingen aan de hand van de burgerschapsopdracht met zorg.
Wat de minister lijkt te impliceren is dat levensbeschouwing ondergeschikt is aan de burgerschapsopdracht. Deze opdracht, die inhoudt ‘dat iedereen de ruimte heeft en voelt om zichzelf te kunnen zijn’, wordt heel dwingend neergezet. Bijvoorbeeld in het volgende citaat: ‘Maar, zo maakt ook de Onderwijsraad duidelijk, dit eigen verhaal is een toevoeging op de gemeenschappelijke kern [de burgerschapsopdracht] en niet andersom.’ Het bijzonder onderwijs, waaronder het christelijk en het reformatorisch onderwijs, komen daarmee direct in het gedrang. De RMU is het oneens met het standpunt van de minister dat burgerschap het uitgangspunt van het onderwijs is.
Mr. Jan Schreuders, bestuurder a.i. bij de RMU: ‘Ik durf wel te zeggen dat iedere leerkracht en docent voor de klas daar in de eerste plaats staat vanuit zijn of haar levensbeschouwing, en niet vanuit de burgerschapsopdracht. Je levensbeschouwing, je geloof, is niet iets wat je bij binnenkomst van de school aan de kapstok hangt. Het is onderdeel van wie je bent en wat je doet.’ Het voorstel van de Onderwijsraad en de minister, om de levensbeschouwing een aanvulling te laten zijn op de burgerschapsopdracht, vindt de RMU dan ook geen goede zaak.
Schreuders: ‘De vraag rijst: van wie is het onderwijs eigenlijk? In de visie van de RMU is het onderwijs niet alleen van de overheid, maar juist ook van de leerkrachten en de ouders, van iedere burger. Invulling aan dit onderwijs geven kan niet zonder levensbeschouwing, en dat is ook niet wenselijk. Daarbij is het natuurlijk wel van belang dat kinderen kennismaken met andere levensbeschouwingen en religies. We vertrouwen op de expertise van onze leerkrachten en docenten om kinderen op te voeden tot goede burgers, met het unieke accent dat een levensbeschouwing daarbij legt.’ De RMU roept de overheid op hetzelfde te doen: vertrouw erop dat burgers - ouders, leerkrachten en bestuurders - om kunnen gaan met de vrijheid én de verantwoordelijkheid die artikel 23 biedt.