Terug naar Kennisbank

Vakbonden: Lonen stijgen, maar niet genoeg om inflatie te corrigeren

Gepubliceerd op 2022-01-19

Dit artikel is ook verschenen in het Reformatorisch Dagblad van woensdag 19 januari 2022. 

Volgens werkgeversvereniging AWVN steeg het loon van de gemiddelde werknemer in 2021 met 2,1 procent. Vakbonden bevestigen de tendens van stijgende lonen, maar denken dat veel burgers hier niet voldoende mee geholpen zullen zijn. Vakbond FNV zag in de 32 cao’s die de vakbond vanaf 1 december heeft afgesloten dat de lonen gemiddeld gezien omhoog gaan. In 2021 kwam de gemiddelde loonontwikkeling uit op 1,45 procent, nu is dat 2,14 procent, aldus de vakbond. De loonstijging gaat echter te langzaam om de huidige prijsstijgingen te corrigeren.

Voor heel 2022 rekent De Nederlandsche Bank namelijk op 3 procent inflatie. Juist mensen met een laag tot modaal inkomen, voelen het in hun portemonnee dat het leven duurder wordt, stelt FNV.De vakbond constateert dat veel bedrijven „forse winsten” maken, maar hun werknemers daar onvoldoende van laten meeprofiteren. FNV-vicevoorzitter Boufangacha: „Wij roepen werkgevers op hun houding te veranderen en hun winsten rechtvaardiger te delen. Zo maak je ook je maatschappelijke bijdrage van je bedrijf waar.”

Maatwerk
Jan Schreuders, juridisch specialist bij de reformatorische vakorganisatie RMU herkent de door FNV geschetste loonontwikkeling. De RMU zet voor 2022 in op 3 procent loonsverhoging. „Maar we houden natuurlijk wel oog voor maatwerk; in sommige sectoren is het door de crisis heel slecht gegaan, in andere juist weer heel goed.” Schreuders slaat richting werkgevers niet zo’n flinke toon aan als FNV’er Boufangacha. Die verkeren volgens de RMU’er in een lastige positie. „Er is weliswaar sprake van een flink aantrekkende economie, maar door de grilligheid en de onvoorspelbaarheid van de coronacrisis is nog veel onzeker. Veel bedrijven krijgen alsnog te maken met de uitgestelde belastingheffing en in heel veel gevallen met de verplichting tot het gedeeltelijk terugbetalen van de ontvangen overheidssteun.”

Arbeidsproductiviteit
De onzekerheden zijn dus groot, en dat heeft volgens Schreuders onontkoombare gevolgen voor de loonontwikkeling. Toch vindt hij dat het tijd wordt dat de lonen wat meer gaan stijgen. „De loonontwikkeling in Nederland blijft al jaren achter, zeker als je het afzet tegen de gestegen arbeidsproductiviteit. Maar ik krab me weleens achter de oren wanneer er nauwelijks ruimte blijkt te zijn voor een mooie loongroei in sectoren waar het heel goed is gegaan. Als je als werkgever in slechte tijden weinig voor je personeel kunt doen, laat dan in goede tijden je personeel wel meeprofiteren.”

De inflatie is voor Schreuders eveneens een punt van zorg. „Als we er niet in slagen de lonen te laten meegroeien, zullen de armen in Nederland steeds armer worden. Het aantal werkenden met een te laag besteedbaar inkomen groeit al in rap tempo. De inflatie komt daar nog eens keihard overheen. Dat mogen we met elkaar, overheid, werkgevers en werknemers, niet laten gebeuren.” In goede tijden mag je het personeel best mee laten profiteren

We mogen met zijn allen best een forse inspanning doen de welvaart mee te verdelen, en een reële loonontwikkeling hoort daarbij, ook al kost dat een stukje winst van de bedrijven. En zo mag je ook naar loongroei kijken: een streven naar sociale rechtvaardigheid en sociale duurzaamheid. Dat is uiteindelijk op de langere termijn goed voor de hele economie, dus ook voor de bedrijven.

Volg ons op Instagram voor inspiratie tijdens je koffiepauze.

Volg ons: rmu.nu