Vijf misverstanden over het nulurencontract
Gepubliceerd op 2022-10-20
Als je niet zo goed weet of een kandidaat wel geschikt is, of een jongere in dienst neemt die alleen de zaterdagen werkt, dan geef je toch een nulurencontract? Loopt het niet, dan roep je iemand niet meer op en is het einde oefening. Zo wordt er vaak over gedacht, maar juridisch zit het anders.
Een nulurencontract kan heel handig zijn, tegelijkertijd kan het ook nogal wat problemen opleveren als het niet op de juiste manier wordt gebruikt. Je kunt er dus maar beter van op de hoogte zijn!
De belangrijkste misverstanden op een rij:
1. Niet oproepen = geen loon
Er wordt vaak gedacht dat je oproepkrachten minder op kunt roepen, bijvoorbeeld als er minder werk is. Dat kan de eerste periode wellicht zo zijn, maar de wet stelt daar grenzen aan. Zo is er het rechtsvermoeden van arbeidsomvang. Voor een werknemer die ten minste drie maanden een arbeidsovereenkomst heeft gehad, wordt de omvang vermoed ten minste gelijk te zijn aan het gemiddeld gewerkte aantal uren over de drie voorgaande maanden. Dit vermoeden kun je voor het eerste halfjaar uitsluiten in de arbeidsovereenkomst. Na een jaar moet aan een oproepkracht bovendien een aanbod worden gedaan voor een vast aantal uren (gemiddeld aantal uren van het afgelopen jaar).
2. Een zieke oproepkracht hoef je niet door te betalen
Of en hoeveel er moet worden doorbetaald bij een zieke oproepkracht, hangt onder meer af van het werk waarvoor hij al was ingepland en het gemiddeld gewerkte aantal uren. Is de oproepkracht al opgeroepen, dan moeten in elk geval die uren worden doorbetaald. Daarnaast kan een werknemer zich bij ziekte beroepen op het vermoeden van arbeidsomvang (zie punt 1).
3. Een oproepkracht kun je ook voor 2 uur oproepen
Als er sprake is van een nulurencontract, geldt dat de oproepkracht recht heeft op minimaal 3 uur loon per oproep. Dat geldt overigens ook bij een arbeidsovereenkomst met een arbeidsomvang van minder dan 15 uur per week, waarbij de te werken tijdstippen niet zijn vastgelegd.
4. Een oproepkracht kun je op het laatste moment oproepen
Een oproepkracht moet minstens vier dagen van tevoren worden opgeroepen. Dat geldt ook voor het afzeggen van opgeroepen oproepkrachten, ook dat moet 4 dagen van tevoren. Bij cao kan hiervan worden afgeweken.
5. Als je iemand niet meer oproept, eindigt het nulurencontract
Door een oproepkracht niet meer op te roepen, eindigt het contract niet. Je loopt als werkgever het risico dat je de oproepkracht weer te werk moet stellen. Of, erger nog, dat je achteraf een loonvordering krijgt over de uren die aangeboden hadden moeten worden. De opzegtermijn voor een nulurencontract is gelijk aan de minimale oproeptermijn: 4 dagen of de kortere cao-termijn. Tussentijds opzeggen is alleen mogelijk als dit in de arbeidsovereenkomst is opgenomen.