Terug naar Kennisbank

De inflatie gaat ondernemers niet voorbij

Gepubliceerd op 2022-10-24

Ik telde onlangs bij de bakker mijn €2,95 uit voor een volkoren. Voor de zomervakantie kostte die nog €2,45. Ik legde mijn €2,95 neer op de toonbank, maar de blik in de ogen van de verkoopster verraadde dat het niet genoeg was. De dame vroeg er een dubbeltje bij: inmiddels (drie dagen na de vorige aanschaf) €3,05. Wat is een dubbeltje? Niet veel, behalve dat het weer een dubbeltje is. Haast verontschuldigend noemde ze het bedrag wat haar baas inmiddels maandelijks aan stookkosten voor de bakovens kwijt was: het liep in de duizenden euro’s. Duizenden euro’s!

De inflatie waarvan nu sprake is, is geen “gewone” inflatie meer. Natuurlijk, er kunnen economische factoren zijn die inflatie aanwakkeren. Dat zagen we voorafgaand aan de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Maar nadien zijn de energieprijzen, en met name de gasprijzen, volledig over de kop gegaan. De energiemarkt is totaal geen markt meer van vraag en aanbod. De energiemarkt is een geopolitieke arena geworden, waarmee men tegenstanders probeert op de knieën te krijgen of probeert verdeeldheid en onrust te zaaien.

Feit is dat deze torenhoge energieprijzen bij uitstek de belangrijkste aanjager van de inflatie zijn. Toegegeven, zonder hoge gasprijs zouden we ook met inflatie te maken hebben. Maar een gasprijs die drie tot vijf keer hoger is dan normaal, geeft de economie een opdoffer. Burgers kunnen hun gasrekeningen niet meer betalen en raken in problemen, ondernemers – zoals onze bakker, maar natuurlijk denk ik ook aan andere ondernemers binnen onze achterban, niet in de laatste plaats aan de glastuinbouwers – moeten hoge prijzen proberen door te berekenen en, als ze daar niet in slagen, hun deuren sluiten.

De burgers, de consumenten, worden in zijn algemeenheid het zwaarst getroffen door de hoge inflatie. De doorwerking van inflatie op de loonstijging, hoe hoog die ook mag zijn, is namelijk altijd een proces dat met vertraging plaatsvindt en wat nooit helemaal compenseert. En mocht de inflatie op enig moment weer zakken naar een wenselijk niveau, dan blijft er een definitief gat in de koopkracht geslagen: de prijzen zullen naar alle waarschijnlijkheid niet meer zakken. Een rekening die de burger betaalt. Wat betreft het bedrijfsleven: ook voor die bedrijven die het op dit moment nog goed doen, dreigt er een perfect storm te ontstaan: als gevolg van een afnemend consumentenvertrouwen en minder bestedingen dreigt een recessie, de arbeidsmarkt is uitermate krap en de energieprijzen zijn onbeheersbaar hoog geworden.

Het kabinet is in september gekomen met een pakket aan maatregelen om de koopkracht van de lagere inkomens te ondersteunen. Op zich goede maatregelen, maar er zit ook een andere kant aan het verhaal. Duidelijk is dat het kabinet de rekening deels neerlegt bij het bedrijfsleven. Naast incidentele meevallers worden de maatregelen gefinancierd onder meer door een verhoging van de winstbelasting voor bedrijven van 15% naar 19%.

Ik kan me goed voorstellen dat ondernemers totaal niet gelukkig zijn met de verhoging van de winstbelasting. Het voelt voor hen alsof zij de rekening van de koopkrachtdaling gepresenteerd krijgen. Want laten we wel wezen: ook bedrijven kampen immers met hoge energierekening en ervaren soms grote problemen wegens personeelstekorten en coronaperikelen. Er zijn al bedrijven die hun deuren moesten sluiten, en anderen worstelen met hun continuïteit.

En daarbij komt nog het volgende. Iedereen roept nu dat de lonen moeten stijgen. Sommigen willen zelfs automatische prijscompensatie. Op korte termijn levert dat de burger geld op. Op langere termijn is het een schot in eigen voet. Als de lonen 1 op 1 stijgen met de volledige inflatie, zal dat leiden tot een enorme kostenverhoging voor het bedrijfsleven en het ontstaan van een mogelijk onbeheersbare loon-prijsspiraal. Dat moeten we voorkomen, anders zijn de gevolgen op langere termijn desastreus: nog meer inflatie, het nog sneller stijgen van de productiekosten, het omvallen van ondernemingen en uiteindelijk een recessie. Hoe pijnlijk voor de meeste burgers het ook mag zijn: het is  nu veeleer het moment om rust te bewaren op het gebied van de loonontwikkeling. 

Het is niet reëel om de volledige inflatie voor rekening van het bedrijfsleven te laten komen. De overheid zal ook moeten bijspringen om de koopkracht te beschermen en de gevolgen van de inflatie enigszins te dempen. En ook de werknemers zullen hun deel moeten bijdragen. Het is het verlies dat we zullen moeten nemen als gevolg van de oorlog en de geopolitieke spanningen.

 

Volg ons op Instagram voor inspiratie tijdens je koffiepauze.

Volg ons: rmu.nu