Lydia: 'Een collega wilde een affaire met mij beginnen. Daar schrok ik erg van.'
De ervaring van Lydia is er één van velen: na een fusie is het op het werk niet meer als vanouds. Erger nog: de sfeer is radicaal veranderd. Voor Lydia komt daar nog een lastige situatie bij rond een collega en haar manager. Hoe pak je dan de draad weer op?
Team
Soms lukt dat dus even niet, die draad weer oppakken. Dan is er gewoon teveel wat je bezighoudt. Lydia zit nu in die situatie. Voor haar betekent het terugblikken, maar ook nadenken over hoe nu verder. Want dit soort zaken bedenk je niet van te voren, zeker niet als je na je schooltijd aan de slag gaat. Voor Lydia was dit op haar 18e een start in het laboratorium, gecombineerd met een laborantenopleiding. Ze rondt haar opleiding af en gaat enkele jaren later elders aan de slag als gediplomeerd laborant. In die functie werkt ze jarenlang met veel plezier in een klein, hecht team. Lydia: “We hadden een leuk team, waarin mensen betrokken waren op elkaar, begrip toonden bij moeilijkheden, elkaar accepteerden en vriendelijk en verdraagzaam naar elkaar waren. We waren gelukkig, voelden ons veilig en werkten met plezier.” Haar werkomgeving was voor haar een stabiele factor, ook in moeilijke tijden. Ze vervolgt: “Ik kan heel slecht tegen veranderingen, ik ben in mijn leven vaak emotioneel ontregeld geweest, enkele keren ook overspannen. Maar het is heel lang goed gegaan door dat leuke team.”
"De andere collega’s zijn helaas erg dominant, veel gebekter, egoïstischer en individualistischer."
Fusie
De communicatie voorafgaand aan de fusie laat helaas te wensen over: “We werden aanvankelijk grootschalig ingelicht over de fusie van beide organisaties, maar over de gevolgen voor concrete afdelingen werd slecht gecommuniceerd. Dat bleef vaag.” De doorgevoerde fusie brengt verandering in de sfeer op het werk. Als eerste omdat het echt wennen is, zeker voor Lydia, maar veel meer nog doordat de teamsfeer killer wordt. De onderlinge verhoudingen staan op z’n kop. Lydia: “Het andere team dat met ons werd samengevoegd was en is zo prettig niet. Er is één collega uit dat team die al voor de fusie last had van de sfeer. Die is nog steeds blij met de fusie en het nieuwgevormde team. De andere collega’s zijn helaas erg dominant, veel gebekter, egoïstischer en individualistischer. Mede daardoor is een heel fijne collega vertrokken naar een andere werkgever. Terwijl ze nog maar enkele jaren te gaan heeft tot haar pensioen. Van haar heb ik later gehoord dat ze nu weer werkt in een sfeer waar alles is zoals vroeger bij ons.”
Wrijving
Nadat het stof van de fusie wat gedaald is, blijft de spanning aanwezig op het werk. De twee teams vormen samen niet echt een nieuw team. Lydia krijgt vervolgens nog het nodige te verstouwen. Lydia: “Een collega wilde een affaire met mij beginnen. Daar schrok ik erg van en dat wilde ik zeker niet als getrouwde vrouw. Ik ben gelukkig met mijn man! Collegiaal-vriendschappelijke omgang was voor mij natuurlijk geen enkel probleem, maar meer ook niet. Daar was hij niet in geïnteresseerd, hij wilde iets anders.” Op de achtergrond speelt deze situatie echter door en Lydia reageert daar emotioneel op naar haar collega: “Ik heb op een gegeven moment niet goed gereageerd en daarover heeft die collega een klacht ingediend bij mijn manager. Dit vond ik erg vervelend en ik heb hem mijn excuses aangeboden. Emotioneel raakte mij dit heel erg.” Het thuisfront denkt mee en ze krijgt het advies om het gesprek met de manager op te nemen als ‘bewijs’, mocht dat nodig zijn voor een rechtszaak. Lydia: “Dit heb ik gedaan, maar zonder het te vragen, omdat ik er niet vanuit ging dat ik dat gespreksverslag nodig zou hebben.” Aarzelend: “Niet zo netjes misschien, maar ik had het achteraf dus wel nodig, omdat in de gesprekken over de situatie met mijn collega alles in zijn voordeel werd verdraaid. Ook door de personeelsfunctionaris. Ik heb hen toen laten weten dat ik het gesprek opgenomen had, omdat ik daar gewoon eerlijk over wilde zijn en omdat ik er toch iets mee moest doen. Daar was de manager niet zo blij mee omdat er dingen gezegd waren door mij die zij ontkende en die toch gezegd bleken te zijn. Ik heb het gesprek helemaal uitgetypt, ook voor hen en hen daarnaast het geluidsbestand gegeven.”
Manager
“De manager is sindsdien best negatief tegenover mij. Ik kan niets meer goed doen, dat is ook letterlijk tegen me gezegd. Wat ik moeilijk vind, is dat ik geen kritiek krijg waarmee ik verder kan. Het komt allemaal behoorlijk destructief over. Ik zou graag door willen groeien bij mijn huidige werkgever, maar die mogelijkheid is me ontzegd.” Voor Lydia loopt de spanning daardoor ondertussen steeds meer op: “Ik vind dat het na de klacht stroever is gaan lopen. Om hoe het allemaal verlopen is, maar ook door het gebrek aan empathie dat ik ervaren heb vanuit mijn manager.” Lydia licht dit toe: ”Ik kreeg in mijn vakantie een brief dat er een klacht was over mij. Per mail heb ik gevraagd wat er aan de hand was, door wie de klacht was geuit en welke klacht er lag. De enige reactie was dat ik dat niet over de mail zou horen. Enerzijds begrijpelijk, maar ik moest zo wel 10 dagen wachten tot het geplande gesprek. Dat doet wat met je. Ik had er slapeloze nachten van.” Eigenlijk blijft die spanning steeds aanwezig: “Telkens als mijn manager een gesprek met mij wilde, raakte ik emotioneel. Te meer omdat er zelfs al gedreigd was met ontslag. Nu zijn er in mijn functie weinig mensen te vinden. Dus ik weet wel wat ik waard ben. Ook omdat ik heel wat jaren ervaring heb en de meeste collega’s voor wie ik voorbereidend werk doe goed te spreken zijn over mijn werk. Wat dat betreft ben ik heel blij dat mijn manager inmiddels is vertrokken.”
In gesprek
Dat biedt perspectief, zou je denken. Echter: “Kortgeleden kreeg ik last van spanning en stress en een heftige paniekaanval. Dat heb ik nog nooit zo meegemaakt. Ik heb me toen ziek gemeld, het was duidelijk dat ik rustig aan moest doen. Zeker op mijn werk omdat de spanningen daar vandaan komen.” Lydia gaat het gesprek aan met haar huisarts en een psycholoog. Het advies: rust houden. Lydia: “Mijn werkgever wilde, na me wel eerst een week rust te gunnen, een gesprek met mij. Op dat moment heb ik aangegeven dat ik die gesprekken te zwaar vind, zeker met mijn manager. Ik heb aangegeven dat ik niet klaar was voor een gesprek en dat ik eerst een gesprek met de Arbo-arts wilde. Dat gesprek heeft nu plaatsgevonden en binnen enkele dagen heb ik nu een kennismakingsgesprek met mijn nieuwe manager. Samen met mijn man, want ik voel me na deze ervaringen erg onzeker bij hiërarchisch hogere personen. Ik hoop dat dit gesprek goed verloopt en ik weer mezelf kan worden. Ik volg nu therapie om het hele gebeuren een plekje te geven en om beter met spanningen op het werk om te kunnen gaan. Hopelijk vind ik zo weer de weg omhoog!”
Tips van Lianne
|