'Mijn financierder was een echte zakenman.'
Voor zichzelf beginnen en aan de slag gaan in een eigen bedrijf. Dat waren al jong zijn dromen. Dit lukte Frank daadwerkelijk op jonge leeftijd. Ruim tien jaar later zijn er echter heel wat slapeloze nachten geweest en blijkt de afhankelijkheid van externe financierders ook het nodige te vragen. Ondanks dat zet Frank door.
De ouders van Frank hadden een eigen zaak, onderdeel van een keten. Frank weet van huis uit wat het runnen van een bedrijf betekent. Na de middelbare school is Frank van start gegaan in een bouwmarkt. Daarbij kende hij zijn positie heel goed: “Als laatst binnengekomen medewerker zou ik er ook als eerste uitgaan als het minder werd”. Die wetenschap, samen met zijn drive om een eigen zaak te runnen, maken het voor hem niet moeilijk om te kiezen op het moment dat de mogelijkheid zich voordoet om als eigen baas aan de slag te gaan.
Start
Na de nodige gesprekken met de toenmalige eigenaar van de zaak die hij wilde overnemen en na afwegingen over de locatie en de concurrentiepositie kreeg Frank het uiteindelijk rond. Hij is op dat moment 21 jaar. “We zijn echt met heel wat banken in gesprek geweest om te onderzoeken of de financiering mogelijk was, dat bleek echt niet gemakkelijk te zijn. Uiteindelijk zijn we eruit gekomen en samen met een ondernemer die mede als financierder voor de middelen zorgde was het verhaal rond”. Deze ondernemer was voor zijn ouders zakelijk gezien al een ‘oude bekende’ en vol goede moed gaat Frank aan de slag. Frank: “Mijn financierder was een echte zakenman, mijn ouders konden daar wel mee omgaan. Voor mij was dat echt wennen”.
Gekozen wordt om een totaal nieuwe winkel te starten en niet voor een overname van een bestaande winkel te gaan. Dit betekent nogal wat in de onkostensfeer. Er moet in veel zaken geïnvesteerd worden. Frank: “Ik heb toen in goed overleg gekozen voor een constructie met weinig aflossing naast de rentekosten. Achteraf misschien niet handig, maar voor mijn financierder was dit geen probleem en het gaf mij wat ruimte. Ik moest dan trouwens wel mijn producten via hem betrekken.” Frank maakt zich in de eerste Jaren de ‘ins and outs’ eigen die nodig zijn om een zaak draaiende te houden. Het winkelend publiek weet zijn zaak te vinden. De start met een forse schuldenlast betekent wel regelmatig overleg over de financiën. Niet altijd even gemakkelijk door de zakelijke opstelling van de financierder, maar de winkel kan jaar op jaar open blijven en Frank blijft verantwoordelijk voor zijn eigen zaak.
"De aangestelde zaakwaarnemer draait na het overlijden van de financierder de duimschroeven aan en het ondernemen wordt er voor Frank niet gemakkelijker op."
Duimschroeven
Dan verandert de situatie echter. Na een periode van ziekte overlijdt de ondernemer die zijn start mogelijk maakte. Frank: “Kort daarvoor was ik in overleg gegaan om afspraken te maken over de toch wel noodzakelijke afbetalingen”. Dit is des te belangrijker omdat Frank in het jaar daarvoor overeengekomen was de betaling van de toch wel hoge rente voorlopig uit te stellen. Daarmee liepen de schulden al maar verder op. De aangestelde zaakwaarnemer draait na het overlijden van de financierder de duimschroeven aan en het ondernemen wordt er voor Frank niet gemakkelijker op. Frank: “Het was ook nog eens echt lastig communiceren met hem. Hij kwam met allerlei dreigementen als het niet ging zoals hij het voorstelde en wilde in alles het naadje van de kous weten. Ik moest hem bijvoorbeeld continu bijpraten over de gang van zaken. Het was voor mij moeilijk samenwerken met deze man”. Wat voor Frank vooral lastig is, is dat de zaakwaarnemer van alles roept en van Frank verwacht, maar als er concrete plannen voorgelegd werden, wuifde hij die snel weg en had het geen haast en ‘ging het niet om de centen’. Daarmee bleef de situatie min of meer zoals hij was en was er onvoldoende perspectief op het werken aan een structureel terugdringen van de schulden door aflossingen.
Escalatie
Na twee jaar escaleert het. De zaakwaarnemer meldt dat hij de borgstelling op wil heffen. Als dat door zou gaan is er meteen een probleem met de bank. Zover wil Frank het niet laten komen. Hij schakelt op advies van anderen de RMU in. Frank: “Van allerlei juridische zaken had en heb ik geen verstand en een advocaat inschakelen zoals de zaakwaarnemer inmiddels gedaan had, dat ging me wat te ver. Dat zou dan trouwens meteen weer forse onkosten met zich meebrengen ook”. De RMU vraagt hem alle correspondentie, afspraken etc. toe te sturen. Frank: “Binnen een week was hier iemand van de RMU die alles met me besproken heeft, de stukken doorgenomen heeft en vervolgens het nodige heeft meegenomen naar Veenendaal.” Aanvullend: “In de periode daarna is mijn contactpersoon van de RMU meerdere keren hier geweest om dingen uit te zoeken, te ondersteunen en mij advies te geven.” Bijvoorbeeld op een moment dat de zaakwaarnemer per omgaande een fors bedrag aan aflossing wil ontvangen. Frank: “Dit terwijl ik niet heb kunnen aflossen, dus waar zou ik dat geld vandaan moeten halen?” Eens te meer beseft hij dat hij bij de start hier andere afspraken over had moeten maken. Maar dat is achteraf praten en gaat over een keuze van 10 jaar eerder.
"Over en weer loopt de druk op en is er intensief contact om een faillissement af te wenden."
Faillissement
Ondertussen raakt Frank in gesprek met een ondernemer uit de regio. Deze verwijst hem naar diens adviseur en zegt daarbij dat hij wel belangstelling heeft om hier in te stappen. Het contact is snel gelegd en de adviseur stemt af met de RMU. Er komt druk op de ketel te staan, want gelijktijdig meldt de zaakwaarnemer dat hij op een faillissement wil aansturen. De RMU spreekt de advocaat van de zaakwaarnemer, er wordt een bod gedaan waarbij de ondernemer die Frank gesproken heeft aangeeft wel te willen financieren. Over en weer loopt de druk op en is er intensief contact om een faillissement af te wenden. Frank: “De advocaat van de zaakwaarnemer heeft daarin een goede rol gespeeld voor beide partijen, want bij een faillissement zou ook de zaakwaarnemer er fors bij inschieten”. Zover komt het gelukkig niet. Frank: “Een week voordat we naar de rechtbank moesten, zijn we er uit gekomen! Daarbij is er ook een aardig bedrag kwijtgescholden, wat het voor mij een stuk gemakkelijker maakte”.
Toekomst
Onder supervisie van de nieuwe eigenaar / financierder en diens adviseur èn met behulp van de RMU is Frank nu zelfstandig en los van een winkelketen aan de slag gegaan. Inmiddels heeft hij de nodige plannen uitgewerkt en gloort er licht aan de horizon. Want de klanten zijn gewoon gebleven en het moet mogelijk zijn om met de huidige werkwijze tot een gezonde bedrijfsvoering te komen. Inclusief aflossingen.
Tips van Joakim
|