Terug naar Kennisbank

'Zoeken naar het allerbeste voor de allerarmsten'

Gepubliceerd op 2022-12-27

Indrukwekkend is het woord dat past bij haar reis naar Bangladesh. Net terug zijn de herinneringen nog vers. Het land van de tegenstellingen bezocht ze: zo ontzettend vies en zo adembenemend mooi. 

Elke reis is anders. Dit keer kwam Rina Molenaar, directeur-bestuurder bij Woord en Daad,nadenkerig’ terug. Geraakt en gespiegeld. Stappen zijn er zeker gemaakt, misschien niet zoveel als ze gehoopt had, maar ze is tevreden. ‘Ik ben dan vooral bezig met hoe we een volgende stap kunnen zetten. De allerarmsten worden altijd het meest geraakt. Hoe kunnen we juist hen ook weerbaar maken? Uiteindelijk wil je de grondoorzaak van armoede aanpakken. Daarom richt je je niet op een willekeurig project, maar zoek je naar verbanden. Dat kun je niet alleen. Daar heb je de overheid en partners voor nodig. Het gaat om de wet en bijvoorbeeld ook om de opleidingen. Je pluist de context uit, je analyseert en je probeert met elkaar breed te kijken wat nodig is. Eigenlijk zijn we een soort makelaar: we brengen partijen bij elkaar. We proberen het probleem scherp te krijgen en naar een oplossing te zoeken waarbij het systeem aangepakt moet worden. 

‘Ik wil de boer, de juf en de leerling spreken. Dan neem je je beslissingen anders.’ 

Rijke ontmoetingen 
In de 15 jaar dat Rina bij Woord en Daad werkt, is er heel wat veranderd. Van 1 op 1 relaties zijn ze nu gericht op partnerships. Uiteindelijk wil je dat de omgeving verandert en dat red je niet als je die omgeving niet betrekt.’ Maar de diepste drijfveer blijft: het allerbeste zoeken voor de allerarmste. Elke week spreekt ze minimaal eenondernemer of vrijwilliger in Nederland. Ook op reis is wil ze de mensen spreken om wie het draait. 'Ik wil de boer, de juf en de leerling spreken. Met hen op mijn netvlies neem je beslissingen anders.’ Het wereldwijde brengt haar veel. ‘Het laat me steeds weer zien dat een andere manier van communiceren ook mooi is. Het verrijkt mijn leven en zet me stil. Zie je de ander? Daarnaast is het ook bemoedigend om de wereldwijde kerk te ontmoeten. Om getuige te zijn van kerkdiensten  met eerbiedige, ingetogen zang. Het ervaren van de gemeenschap. Het maakt mijn geloofsleven rijker.’  

Veelzijdig in taal 
Azië blijft boeiend. Qua cultuur en qua taal. ‘Als je in Azië aan het einde van een mail of vergadering vraagt of er nog vragen zijn, blijft het stil. Als je een vraag stelt, begrijp je het niet, dus je stelt geen vragen. Als je vraagt of er nog aanvullingen zijn, dan komen juist de vragen. En als je niets hoort, weet je dat er iets is. In mijn werk leer je veelzijdig te zijn in taal.’   

‘Om dit werk te doen, moet je een rasoptimist zijn.’

Waardig werk 
Veel projecten van Woord en Daad hebben te maken met jongeren en werk. Dat is een bewuste keuze. ‘Toen we een trotse moeder spraken die ooit als kind onderwijs heeft gekregen, omdat ze als kind gesponsord was, en zij vertelde dat haar zoon ook onderwijs kreeg door sponsoring, vroegen we ons af of wij het wel goed deden. De cirkel gaat namelijk door: moeder en kind kregen onderwijs door sponsoring. Daarom zijn we gaan kijken naar vakonderwijs. Wat is de markt? Waar zijn de tekorten? Kunnen we vakscholen vinden die passen bij de markt? We willen toe naar waardig werk. Dan heb je het uiteraard over het loon, geen kinderarbeid en ook over het waardenniveau. We gaan alleen met die bedrijven in zee die daarvoor staan of naartoe werken. In Burkino Faso hebben we zo 30.000 jongeren bereikt en geholpen.’ 

Loslaten 
Nog niet alle plekken op de wereld zijn bereikt. Er komen projecten bij en er worden projecten afgerond. Soms faseren ze uit in een land en kiezen ze welbewust voor een ander land. Het werk is nooit klaar. De focus ligt op Afrika. Azië en Midden-Amerika wil Woord en Daad op niveau houden of afbouwen als het kan. Eritrea is een land waar ze graag een project zouden starten, maar de omstandigheden zijn moeilijk om dat voor elkaar te krijgen. ‘Wat we het liefst doen, is werken in landen die aan elkaar grenzen. Dan kun je iets in de regio aanpakken. Loslaten lukt als we als Woord en Daad weten dat de partner zelfstandig door kan gaan met eigen inkomsten. Uiteindelijk wil je dat ook: dat er daar iets verandert en dat ze het zelf kunnen. Bij twijfel of we het in goede handen kunnen achterlaten, is het loslaten moeilijk.’

Intenser en ingewikkelder 
‘Om dit werk te doen, moet je een rasoptimist zijn. Je moet niet kijken wat er allemaal nog zou kunnen. Ik vraag me dan af: wat is mijn corebusiness? Oost-Europa is niet het deel van de wereld waar we actief zijn. Toen de oorlog in Oekraïne begon, kwam het Christelijke Noodhulpcluster in actie. Verschillende leden van het cluster waaronder ZOA en Dorcas startten daar programma’s. Woord en Daad deed mee met de werving. We haalden 1 miljoen euro op. Op die manier probeer je dan te helpen. We verlenen hulp via de leden die er actief zijn. Wat we dan doen, is tijdelijk. De laatste twee jaar is het wel intenser en ingewikkelder geworden. Haïti kunnen we bijvoorbeeld niet bezoeken. Dan zoek je naar mogelijkheden en het levert vragen op: blijven we daar? Hoe kunnen we hen bereiken? Dan ben je blij met je lokale core-partners die daar wel zijn. Soms word je daar ook stil van: zeker als ze vanuit zo’n omgeving juist ons bemoedigen.’

Al zou de vijgenboom niet bloeien 
Dat bemoedigen gebeurt ook tijdens reizen. In 2014 bezocht Rina Burkina Faso. Woord en Daad had een actie gehouden voor de droogte in Afrika. ‘Toen ik daar later in het jaar kwam, was de oogst mislukt door de enorme regenval. Ik sprak met een boer over zijn toekomstverwachting. De regen en droogte hadden beiden zijn oogst verwoest. Het vertrouwen van de boer raakte mij. Elke dag zorgde de Heere voor hem. ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’, was voor hem praktijk geworden. Verwonderd vertelde hij over de zorg van de Heere voor hem en zijn gezin. Habakuk 3 kwam toen heel dichtbij: de tekst over het niet bloeien van de vijgenboom, over de velden die geen voedsel voortbrengen, geen rund in de stal, en het nochtans. En toch je verheugen in God.'

Verbinding 
2023 komt dichterbij. Als ik vraag naar Rina’s wens voor het nieuwe jaar is het even stil. ‘Ik wens dat we in de samenleving echt de verbinding zoeken. In Nederland. In de samenleving breed. We zijn elkaar kwijtgeraakt. Hier ligt een taak voor ons als christenen. Kunnen we meer de verbinding zoeken? Kunnen we open en onbevangen luisteren? Stellen we open vragen? In wederzijds respect vinden we elkaar. Waar is het diepe gesprek met de ander die misschien ver weg van je staat? De Heere Jezus heeft ons het voorbeeld gegeven. Hij ging het gesprek aan, soms ook via oneigenlijke wegen. Kunnen we accepteren dat we verschillen en tegelijk elkaar respecteren? Als je op die manier het gesprek aangaat, word je vaak verrast. De taak van Woord en Daad en ook van de RMU is om te laten zien dat die verbinding mogelijk is. Dat het mogelijk is om het gesprek te voeren, ook als we verschillend naar dingen kijken. Wat me raakte, is dat pas iemand tegen mij zei: “Ik werk graag met Woord en Daad samen omdat jullie de tijd nemen om mij te begrijpen. Jullie zoeken naar de diepere drijfveren.” Dat maakt je dankbaar en bescheiden.

Tekst: Ineke van Asselt

BEELD: JOOST HOVING

Volg ons op Instagram voor inspiratie tijdens je koffiepauze.

Volg ons: rmu.nu