Terug naar Kennisbank

Vermoeiende papieren rompslomp

Over bureaucratie kan haast iedereen wel zijn of haar mond opendoen. Maar wat als je na bijna een halve eeuw arbeidzaam leven in die molen terechtkomt? Wim maakte het mee. En is er nog niet helemaal vanaf.

Wim valt meteen met de deur in huis: “Meer dan 40 jaar heb ik bij dezelfde instelling gewerkt en op een gegeven moment werd het me gewoon te zwaar, maar helaas is ook mijn pensioengerechtigde leeftijd inmiddels opgerekt en had ik nog een paar jaar werken voor de boeg. Daarom moest ik zelf een besluit nemen.” Dat besluit betekende voor hem een keuze voor een vroegpensioen. Met tot zijn onaangename verrassing daarna de verplichting om te solliciteren naar ander werk.

Door die sollicitatieplicht is inmiddels een streep gezet, maar terugkijkend kreeg Wim te maken met de ene na de andere bureaucratische hobbel. Om na in totaal nog net geen 50 dienstjaren achter de rug een punt te zetten achter zijn loopbaan bleek niet zo eenvoudig te zijn. Dit vroeg het nodige denkwerk. Zorgvuldigheid was geboden en Wim schakelt de RMU in.

 

"Zijn werkgever wijst er wel op dat Wim er goed aan doet een jurist te raadplegen. "

 

Vaststellingsovereenkomst

Wim: “Mede vanwege mijn medische voorgeschiedenis werk ik al langere tijd niet meer fulltime en ontvang ik daarnaast een gedeeltelijke uitkering. De laatste jaren viel het werken me echter steeds zwaarder en ik kwam op het punt dat ik zo niet door kon gaan. Ik kreeg klachten en raakte mijn energie kwijt.” Wim trekt de conclusie dat hij dit niet tot aan zijn pensionering vol gaat houden. Voor hem is de vraag dan: moet ik me nu ziek gaan melden, omdat het niet langer gaat, of zijn er andere oplossingen. Hij zet vol in op dat laatste: “Eerder had ik wel eens gehoord over overgangsregelingen kort voor je pensioen, afvloeiingsregelingen en zo. Ik heb bij het hoofd van mijn afdeling de vraag neergelegd of die afvloeiingsmogelijkheden er ook waren bij mijn werkgever. Mijn leidinggevende is het toen samen met HRM verder uit gaan denken.” Een mogelijkheid tot afvloeiing blijkt er niet in te zitten voor hem. Wim krijgt uiteindelijk na wat gesprekken over en weer een vaststellingsovereenkomst aangeboden. Via die route is eerder stoppen mogelijk. Zijn werkgever wijst er wel op dat Wim er goed aan doet een jurist te raadplegen. Voor hem is dat de RMU.

Bureaucratie

In de gesprekken met de RMU wordt het hem duidelijk dat hij geen recht heeft op een zogeheten transitievergoeding. Dit zou betekenen dat hij fors inboet op zijn pensioenrechten als hij zonder zo’n regeling eerder met pensioen gaat. Wim: “Toch heeft de jurist van de RMU voor mij alsnog een mooie regeling kunnen afspreken en ben ik tot een akkoord met mijn werkgever gekomen. Terugkijkend op wat daar allemaal aan vast zat en welke ongehoorde bureaucratie ik samen met de RMU door moest, heb ik echt wel eens gedacht: had ik me maar gewoon ziek gemeld toen het me teveel ging worden. Maar ja, dat is niet mijn insteek."


Pensioen

De praktische problemen beginnen bij Wim al bij het pensioenfonds: “Door gezondheidsproblemen van heel veel jaren terug zat ik als enige van de collega’s nog in een ander pensioenfonds. Dat was al de eerste hobbel die ik moest nemen. Zowel bij mijn werkgever die mijn cao niet goed kende, als bij mijn pensioenfonds zelf. Een hobbel die trouwens zo’n half jaar duurde omdat men niet goed wist hoe hiermee om te gaan”. De tweede hobbel waar hij tegen aanloopt is dat hij bij het ondertekenen van een vaststellingsovereenkomst vanuit diverse potjes inkomen gaat ontvangen. Pijnpunt is dat Wim in aanmerking komt voor een kleine, minimale pensioenuitkering én een WW uitkering.

Belastingtechnisch levert dit Wim een fors nadeel op, waarin de RMU helaas niets kan betekenen. Wim: “De uitkering valt onder het kopje ‘inkomsten uit dienstbetrekking vroegere arbeid’. Gevolg is dat dit bedrag in de ‘groene’ tabel zit voor de belastingdienst. Daarom val ik in één van de hoogste tarieven. Dit heeft als gevolg dat ik uiteindelijk netto veel minder inkomsten heb dan voorheen. In de vaststellingsovereenkomst is bruto wel aangesloten bij wat ik verdiende, maar netto blijkt dat heel anders uit te vallen dan ik op basis van de besprekingen had gedacht.” Gelukkig is wel goed geregeld dat de opbouw van zijn pensioenjaren tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd in stand blijft. Dat heeft een gunstige uitwerking op het uiteindelijke pensioen.

 

"Toen alles geregeld was, kwam de volgende hobbel in zicht, ik kreeg te maken met een sollicitatieplicht."

 

UWV

Wim: “Toen alles geregeld was, kwam de volgende hobbel in zicht, ik kreeg te maken met een sollicitatieplicht. Na zoveel jaren werk en de reden die ik had om deze stap te zetten, ronduit verschrikkelijk. Maar ik moest. Hierin kon de RMU helaas niet direct iets voor me betekenen. Het waren de regels. Later is er door minister Koolmees wel een andere regeling gekomen. Gelukkig ben ik inmiddels, na heel wat maanden, van deze verplichting af. Uiteindelijk heeft het UWV me van die verplichting ontheven”. Hij vervolgt: “Wel moet ik maandelijks mijn pensioeninkomsten opgeven bij het UWV. Dat moet voor de WW. Eén keer ben ik dat vergeten en dat heb ik geweten. Heel snel lag er een dikke brief op de mat met het verzoek uit te leggen hoe het zat en werd me gedreigd met sancties. Let wel, voor een maandelijks bedrag van nog geen 100 euro. Over zo’n bedrag ging dit. In die periode heb ik tijdens één van de vele telefoontjes verzucht dat ze daar bij het UWV midden in het digitale tijdperk nog volop met rooksignalen werkten. Zo bureaucratisch, ongelooflijk.”

Gevoelens

Wim ervaart dat het goed is dat hij gestopt is met werken. Niet om de inhoud van het werk zelf. Dat heeft hij met veel plezier gedaan. In de 42 jaar die hij bij zijn werkgever werkzaam was heeft Wim ook heel veel verbeteringen voorbij zien komen. Niet altijd was het even gemakkelijk om de digitalisering bij te benen, dat geeft hij toe. Maar het eindresultaat mag er wel zijn: “Ik heb nog meegemaakt dat ik soms urenlang met een kapje een patiënt onder narcose hield met de ene hand en met de andere hand de bloeddruk moest meten en alle gegevens handmatig zat in te vullen. Nu worden er door allerlei randapparatuur heel veel verschillende metingen gedaan. Het was meer dat het werken als geheel me te zwaar werd en nu, na heel wat maanden thuis voel ik me echt stukken beter dan voorheen. Een goede keuze dus.” Toch heeft Wim soms wat gemengde gevoelens: “Financieel is er het nodige gerepareerd, bijvoorbeeld de doorgaande pensioenopbouw. Helaas moet ik me er bij neerleggen dat de belastingdruk zo hoog is dat ik er een 800 Euro netto per maand bij in schiet, mede ook doordat ik éénverdiener ben. Hij verzucht: “Voorlopig heb ik er nog rekening mee te houden. Het is niet anders. Nog een jaartje bij leven en welzijn, dan ben ik daar helemaal van af en heb ik enkel te maken met mijn AOW en pensioen!”

 Tips van Marcel

  1. Uit het verhaal van Wim blijkt dat u er goed aan doet een expert in te schakelen. Laat bijvoorbeeld een jurist van de RMU meekijken en u adviseren. Zo wordt voorkomen dat u later vervelende verrassingen krijgt.
  2. Eerder stoppen met werken betekent vrijwel altijd een inkomensval voor kortere of langere tijd. Pensioenfondsen bieden de service dit voor u inzichtelijk te maken, wat geheel vrijblijvend is. Zo krijgt u in beeld wat de mogelijkheden voor u zijn en waar u rekening mee dient te houden voor de toekomst.
  3. Hoewel minder, zijn er nog steeds regelingen in cao’s die voorzien in minder werken voor ouderen. Dit kan een goed alternatief zijn wanneer u nog niet toe bent aan de beëindiging van uw werkzame leven maar het werken zwaar begint te vallen.

Volg ons op Instagram voor inspiratie tijdens je koffiepauze.

Volg ons: rmu.nu